De boottocht van India naar Suriname in 1873
In 1873 begon de reis van 34.000 Indiërs naar Suriname. Wat begon als contractarbeid, werd het begin van een gemeenschap. Een verhaal van geloof, taal en doorzettingskracht. Van de Ganges tot aan de Surinamerivier.
11/12/20252 min read


Naar het land van Sri Ram dat Paramaribo bleek te zijn
Tussen 1873 en 1916 verlieten ruim 34.000 mannen, vrouwen en kinderen het noorden van India. Niet als veroveraars of ontdekkingsreizigers, maar als arbeiders op contractbasis. Een deel van een vergeten hoofdstuk dat hun nazaten nog altijd in zich dragen.
De historische aanleiding
Na de afschaffing van de slavernij in 1863 ontstond in Suriname een groot tekort aan arbeidskrachten. Nederland sloot daarom in 1870 een verdrag met de Britse regering om arbeiders te werven in India. Zo ontstond het systeem van indentured labour: arbeid op contractbasis, meestal voor vijf jaar. Wat begon als een economisch experiment, groeide uit tot de geboorte van een gemeenschap.
De werving in India
De meeste migranten kwamen uit Bihar, Uttar Pradesh, Jharkhand en de regio rond Calcutta. Wervers, de zogenoemde arkatis, trokken dorpen door met verhalen over rijkdom en vrijheid. Volgens overlevering vertelden ze dat men naar “Sarnam” zou reizen; door velen gehoord als “Sri Ram”, het heilige land van Rama. Wat als verlossing klonk, werd een reis naar het onbekende.
De depots en de voorbereiding
Wie tekende (vaak met een duimafdruk), werd overgebracht naar verzamelplaatsen zoals Garden Reach in Calcutta. Daar wachtten honderden mannen, vrouwen en kinderen wekenlang in spanning. Ze kregen voedsel, een medische keuring en een nummer. Een identiteit tussen registers, maar nog zonder bestemming. Weinigen wisten waar “Suriname” lag; ze wisten alleen dat het “overzee” was.
De reis: 99 dagen over de oceaan
Op 26 februari 1873 vertrok het eerste schip, de Lalla Rookh, vanuit Calcutta. Na 99 dagen bereikte het op 5 juni 1873 Paramaribo, een datum die later symbool zou worden voor een nieuw begin. De reis was zwaar. Stormen, ziekte en sterfgevallen kwamen vaak voor, maar ook geboortes, gebeden en zang vulden de nachten op zee. Tussen hemel en oceaan leerden mensen uit tientallen dorpen samen te overleven.
Aankomst in Suriname
Na aankomst werden de migranten geregistreerd in Paramaribo en verspreid over plantages als Mariënburg, Alliance, Waterloo en Zorg en Hoop. Ze kwamen uit het droge noorden van India en belandden plotseling in het tropisch regenwoud van Zuid-Amerika; waar de lucht zwaar was, de regen onbekend en de zon meedogenloos. Het werk was hard: lange dagen, vocht, hitte en beperkte rechten. Toch hielden ze aan iets vast wat geen macht kon afnemen: hun levensfilosofie, hun taal en hun dharma.
Cultuur en overleving
Tussen de barakken groeide nieuw leven. De taal Sarnami hield wortels vast aan het Hindi. De Ramayana werd gezongen in de avond en feestdagen als Phagwa en Divali kregen nieuw land onder hun voeten. Met zang, gebed en gemeenschap werd de last van arbeid omgevormd tot de kracht van identiteit. Wat begon als overleven, werd langzaam herleven.
Na het contract
Na vijf jaar mochten de arbeiders kiezen: terugkeren naar India of blijven in Suriname. Slechts een klein deel keerde terug. De meesten bleven, kochten grond, stichtten gezinnen en legden de basis voor wat later de Hindoestaanse gemeenschap van Suriname zou worden. Hun dharma werd niet gebroken, maar herschreven.
De nalatenschap
Hun namen leven voort in generaties die vandaag wonen in Suriname, Nederland, Trinidad, Guyana en Mauritius. Hun verhaal is geen geschiedenis van vertrek, maar van doorzetting, identiteit en zielskracht. Wat begon met schepen en contracten, werd een eeuwige beweging van ziel en dharma; een reis die nog steeds voortduurt in elke nakomeling die nu weet: wij kwamen van ver, maar we zijn nooit verdwenen!
✦
The Dharma Signal
Ancient wisdom. Modern transmission.
www.dharma-signal.nl
Truth has a frequency.
We broadcast it
Volg ons INSTAGRAM
the.dharmasignal@gmail.com
© T.D.S. | 2025. All rights reserved.


Website
